Het ISO 25010 model is grosso modo een verbetering ten opzichte van het aloude ISO9126. We hebben het model voor u naar het Nederlands vertaald en van Nederlandse definities voorzien. Het resultaat is op deze pagina integraal opgenomen.
Ook hebben we het nieuwe model opgenomen in de tool voor productrisicoanalyse, de PRIMA matrix.
Veel plezier met het gebruik!
Kenmerk |
Definitie |
Synoniemen |
Engels |
|||
FUNCTIONALITEIT |
De mate waarin een product of systeem functies levert die voldoen aan de uitgesproken en veronderstelde behoeften, bij gebruik onder gespecificeerde condities. |
Functionele toepasbaarheid (officiele ISO25010 term), Effectiviteit |
Functional suitability |
|||
Functionele volledigheid |
De mate waarin de set van functies alle gespecificeerde taken en gebruikersdoelen afdekt. |
Volledigheid, Compleetheid |
Functional completeness |
|||
Functionele juistheid |
De mate waarin een product of systeem de correcte resultaten met de gewenste mate van nauwkeurigheid levert. |
Nauwkeurigheid, Plausibiliteit. |
Functional correctness |
|||
Functionele geschiktheid |
De mate waarin de functies het bereiken van gespecificeerde taken en doelen mogelijk maken. |
Functionaliteit (in enge zin), Passendheid. |
Functional appropriate ness |
|||
|
|
|
|
|||
PERFORMANCE |
De prestaties in verhouding tot de hoeveelheid middelen gebruikt onder genoemde condities. |
Performance efficiëntie (officiele ISO25010 term). |
Performance efficiency |
|||
Snelheid |
De mate waarin antwoord- en verwerkingstijden en doorvoersnelheid van een product of systeem, tijdens de uitvoer van zijn functies, voldoet aan de wensen. |
Tijdsbeslag, Tijdgedrag, Responstijd |
Time behaviour |
|||
Middelenbeslag |
De mate waarin de hoeveelheid en type middelen die gebruikt worden door een product of systeem, tijdens de uitvoer van zijn functies, voldoet aan de wensen. |
Zuinigheid |
Resource utilization |
|||
Capaciteit |
De mate waarin de maximale limieten van een product- of systeemparameter voldoet aan de wensen. |
|
Capacity |
|||
|
|
|
|
|||
COMPATIBILITEIT |
De mate waarin een product, systeem of component informatie uit kan wisselen met andere producten, systemen of componenten, en/of het de gewenste functies kan uitvoeren terwijl het dezelfde hard- of software-omgeving deelt. |
|
Compatibility |
|||
Coexistentie |
De mate waarin een product zijn gewenste functies efficiënt kan uitvoeren terwijl het een gemeenschappelijke omgeving en middelen deelt met andere producten, zonder nadelige invloed op enig ander product. |
Inschikkelijkheid, Naleving |
Co-existence |
|||
Koppelbaarheid |
De mate waarin twee of meer systemen, producten of componenten informatie kunnen uitwisselen en de uitgewisselde informatie kunnen gebruiken. |
Connectiviteit |
Interoperability |
|||
|
|
|
|
|||
BRUIKBAARHEID |
De mate waarin een product of systeem gebruikt kan worden door gespecificeerde gebruikers om effectief, efficiënt en naar tevredenheid gespecificeerde doelen te bereiken in een gespecificeerde gebruikscontext. |
|
Usability |
|||
Geschiktheid |
De mate waarin gebruikers kunnen herkennen of een product of systeem geschikt is voor hun behoeften. |
Herkenbaarheid van geschiktheid (originele ISO25010 term), Begrijpelijkheid, Begrijpbaarheid, Duidelijkheid, Toegankelijkheid |
Appropriateness recognizability |
|||
Leerbaarheid |
De mate waarin een product of systeem gebruikt kan worden door gespecificeerde gebruikers om gespecificeerde leerdoelen te bereiken met betrekking tot het gebruik van het product of systeem met effectiviteit, efficiëntie, vrijheid van risico en voldoening, in een gespecificeerde gebruikscontext. |
|
Learnability |
|||
Bedienbaarheid |
De mate waarin een product of systeem attributen heeft die het makkelijk maken om het te bedienen en beheersen. |
Werkbaarheid, Gebruiksgemak, Gebruikersgemak |
Operability |
|||
Foutbestendigheid |
De mate waarin het systeem gebruikers beschermt tegen het maken van fouten. |
Voorkomen gebruikersfouten (officiele ISO25010 term), Foutbestendigheid, Robuustheid |
User error protection |
|||
Aantrekkelijkheid |
De mate waarin een gebruikersinterface het de gebruiker mogelijk maakt om een plezierige en voldoening gevende interactie te hebben. |
Volmaaktheid gebruikersinteractie (originele ISO25010 term), uitrustingsniveau, Look en feel |
User interface aesthetics |
|||
Toegankelijkheid |
De mate waarin een product of systeem gebruikt kan worden door mensen met de meest uiteenlopende eigenschappen en mogelijkheden om een gespecificeerd doel te bereiken in een gespecificeerde gebruikscontext |
Configureerbaarheid, Flexibiliteit, Aanpasbaarheid. |
Accessibility |
|||
Localiseerbaarheid* |
Gemak waarmee het systeem op locale omstandigheden (taal, karakterset, symbolen, wetgeving) aangepast kan worden. |
Inrichtbaarheid |
niet in ISO25010 |
|||
|
|
|
|
|||
BETROUWBAARHEID |
De mate waarin een systeem, product of component gespecificeerde functies uitvoert onder gespecificeerde condities gedurende een gespecificeerde hoeveelheid tijd. |
|
Reliability |
|||
Volwassenheid |
De mate waarin een systeem, product of component aan betrouwbaarheidsbehoeften voldoet onder normale werkomstandigheden. |
|
Maturity |
|||
Beschikbaarheid |
De mate waarin een systeem, product of component operationeel en toegankelijk is wanneer men het wil gebruiken. |
|
Availability |
|||
Foutbestendigheid |
De mate waarin een systeem, product of component werkt zoals bedoeld ondanks de aanwezigheid van hard- of softwarefouten. |
Degradeerbaarheid |
Fault tolerance |
|||
Herstelbaarheid |
De mate waarin het product of systeem, in geval van een onderbreking of bij een fout, de direct betrokken gegevens kan herstellen en het systeem in de gewenste staat kan terug brengen. |
|
Recoverability |
|||
|
|
|
|
|||
BEVEILIGBAARHEID |
De mate waarin een product of systeem informatie en gegevens beschermt zodat personen, andere producten of systemen de juiste mate van gegevenstoegang hebben passend bij hun soort en niveau van autorisatie. |
Beveiliging |
Security |
|||
Vertrouwelijkheid |
De mate waarin een product of systeem er voor zorgt dat gegevens alleen toegankelijk zijn voor diegenen die geautoriseerd zijn. |
|
Confidentiality |
|||
Integriteit |
De mate waarin een systeem, product of component ongeautoriseerde toegang tot of aanpassing van computerprogramma's of gegevens verhindert. |
|
Integrity |
|||
Onweerlegbaarheid |
De mate waarin kan worden bewezen dat acties of gebeurtenissen plaats hebben gevonden, zodat later deze acties of gebeurtenissen niet ontkend kunnen worden. |
|
Non-repudiation |
|||
Verantwoording |
De mate waarin acties van een entiteit getraceerd kunnen worden naar die specifieke entiteit. |
Traceerbaarheid, Controleerbaarheid |
Accountability |
|||
Authenticiteit |
De mate waarin bewezen kan worden dat de identiteit van een onderwerp of bron is zoals wordt beweerd. |
|
Authenticity |
|||
|
|
|
|
|||
ONDERHOUDBAARHEID |
De mate waarin een product of systeem effectief en efficiënt gewijzigd kan worden door de aangewezen beheerders. |
Supportability, Exploiteerbaarheid |
Maintainability |
|||
Modulariteit |
De mate waarin een systeem of computerprogramma opgebouwd is in losstaande componenten zodat wijzigingen van een component minimale impact heeft op andere componenten. |
|
Modularity |
|||
Herbruikbaarheid |
De mate waarin een bestaand onderdeel gebruikt kan worden in meer dan één systeem of bij het bouwen van een nieuw onderdeel. |
|
Reusability |
|||
Analyseerbaarheid |
De mate waarin het mogelijk is om effectief en efficiënt de impact, van een geplande verandering van één of meer onderdelen, op een product of systeem te beoordelen, om afwijkingen en/of foutoorzaken van een product vast te stellen of om onderdelen te identificeren die gewijzigd moeten worden. |
Traceerbaarheid, Controleerbaarheid, |
Analysability |
|||
Wijzigbaarheid |
De mate waarin een product of systeem effectief en efficiënt gewijzigd kan worden zonder fouten of kwaliteitsvermindering tot gevolg. |
Corrigeerbaarheid, Veranderbaarheid |
Modifiability |
|||
Testbaarheid |
De mate waarin effectief en efficiënt testcriteria vastgesteld kunnen worden voor een systeem, product of component en waarin tests uitgevoerd kunnen worden om vast te stellen of aan die criteria is voldaan. |
|
Testability |
|||
Schaalbaarheid* |
De mate waarin effectief en efficiënt testcriteria vastgesteld kunnen worden voor een systeem, product of component en waarin tests uitgevoerd kunnen worden om vast te stellen of aan die criteria is voldaan.. |
|
Niet in ISO25010 |
|||
|
|
|
|
|||
OVERDRAAGBAARHEID |
De mate waarin een systeem, product of component effectief en efficiënt overgezet kan worden van één hardware, software of andere operationele of gebruiksomgeving naar een andere. |
|
Portability |
|||
Aanpasbaarheid |
De mate waarin een product of systeem effectief en efficiënt aangepast kan worden voor andere of zich ontwikkelende hardware, software of andere operationele of gebruiksomgevingen. |
Vervangbaarheid, Schaalbaarheid, Uitbreidbaarheid, Extensibility |
Adaptability |
|||
Installeerbaarheid |
De mate waarin het product of het systeem effectief en efficiënt geïnstalleerd of verwijderd kan worden in een gespecificeerde omgeving. |
|
Installability |
|||
Inpasbaarheid |
De mate waarin een product een ander specifiek softwareproduct, met hetzelfde doel in de zelfde omgeving, kan vervangen. |
Inschikkelijkheid, Naleving |
Replaceability |
Klik hier of op de figuur voor een PDF versie van ISO 25010 met nederlandse definities.